Hana
Hana (1986) komt uit Qamishli (Syrië). Ze is tien jaar als ze in Nederland arriveert. Tot haar zesde woont ze met het hele gezin bij haar opa en oma, daarna worden ze buren van elkaar. Ze zijn altijd samen.

Koerdisch zijn betekent voor Hana onderdeel zijn van een groter geheel, een gezin, een familie, een ‘wij’. Ze heeft haar familie in Syrië lang gemist: haar opa, oma, ooms, tantes, nichtjes en neefjes. Het grote huis van haar grootouders, waar vroeger iedereen samenkwam, is er nog steeds en heeft dezelfde functie als toen.
Inmiddels is Hana’s heimwee zachter geworden. Ze is getrouwd en heeft een gezin met vier kinderen, twee dochters en twee zonen die het Koerdisch niet vloeiend beheersen, maar de taal wel proberen te spreken. Ze oefenen met hun oma, maar ook met voorbijgangers wanneer ze die Koerdisch horen praten. Ook gaan de kinderen ieder jaar mee naar Newroz, een belangrijk feest voor Hana en haar familie. Iedereen komt er bij elkaar om te vieren, dansen, lachen, praten, eten en delen. De Koerdische cultuur van samenzijn geeft Hana door aan haar kinderen. Het leven in een gemeenschap in plaats van alleen op jezelf is typerend voor het Koerdische volk: samen ben je sterk!

BENIEUWD NAAR HET
VOLGENDE VERHAAL
VAN DICLE?
